Een stukje geschiedenis en wat is baptisme
1. Geschiedenis
De geschiedenis van het Nederlandse baptisme begint in de 19e eeuw met Johannes Elias Feisser (1805 - 1865). Hij sticht de eerste Nederlandse baptistengemeente in mei 1845 te Gasselternijveen (Drente). Na zijn promotie in de theologie (1828) diende Feisser als predikant van de Hervormde kerk te Lekkum en Miedum (Fr.), Winschoten en Franeker. In september 1838 kreeg hij van de kerkeraad van Franeker eervol ontslag; zijn vrouw en twee kinderen waren hem ontvallen, zodat verder functioneren hem tijdelijk onmogelijk was. Na een half jaar van rust en inkeer werd Feisser beroepen in de Hervormde kerk van Gasselternijveen, waar de kerk al gauw vol zat. Deze periode zou van grote betekenis worden voor zijn verdere leven. Voor Feisser was de reformatie niet voldoende geweest. De kerk moest en lichaam van wedergeboren gelovigen zijn. Zo kwam hij in conflict met de kerkenraad over een persoon die als ouderling zou worden aangesteld, maar die volgens Feisser geen wedergeboren gelovige was. Gaandeweg raakt hij ook overtuigd van de geloofsdoop. Men moet bewust wederom geboren zijn voordat men kan toetreden tot de gemeente. De zichtbare kerk valt niet zonder meer samen met de onzichtbare. Een ieder die binnen de kerkmuren komt, en als kind gedoopt is, is daarmee niet ook automatisch kind van God. In het najaar van 1843 werd Feisser daarom uit zijn ambt ontzet. Enkele maanden na deze tragedie kwam Feisser in contact met het Duitse baptisme. Het nieuws van Feisser was Johan Gerhard Oncken ter ore gekomen. Hij wilde graag met Feisser in gesprek komen. Het Duitse baptisme is ontstaan door Johan Gerhard Oncken (1800-1884). In 1834 had hij de eerste baptistengemeente op het continent gesticht te Hamburg. Als jongeman had Oncken een tijd in Engeland gewoond. Daar was hij tot geloof gekomen en maakte hij kennis met het baptisme.
Teruggekomen in Duitsland liet hij zich dopen (1834) en de eersre baptistengemeente was daarmee een feit. Feisser bezocht Oncken in Hamburg waarop hij zich in mei 1845 liet dopen aan de Nijveensche Mond. Meerderen zijn hem daarin gevolgd. Zij traden uit de kerk en voegden zich bij de kleine gemeenschap. Feisser werd na zijn doop gekozen tot voorganger van de eerste Nederlandse baptistengemeente (genoemd 'Gemeente van Gedoopte Christenen'). Het Nederlandse baptisme blijkt vanuit deze korte geschiedenis dus beïnvloed te zijn door Oncken en indirect door het Engelse baptisme.
2. Wat is het Engelse baptisme?
Het Engelse baptisme is ontstaan in de 17e eeuw en is overwegend calvinistisch. Het baptisme ontstond door kontakten in Amsterdam tussen Engelse vluchtelingen en Nederlandse doopsgezinden. De Engelsen werden onder andere aangevoerd door John Smyth. Hij was een geleerd en belezen man. Noodgedwongen scheidde hij zich af van de Kerk van Engeland, nadat de hoop op enige geestelijke hervorming binnen die kerk was opgegeven. Ook voor Smyth viel de zichtbare kerk niet automatisch samen met de onzichtbare. Wie de kerk bezoekt en meeleeft is per saldo daarmee nog niet voor de eeuwigheid gered. In 1607 voegde hij zich hij een afgescheiden gemeente. Het jaar daarop vertrok deze gemeenschap vanwege vervolgingen naar Amsterdam, waar enkelen zich op hun geloof lieten dopen. Een overwegend calvinistisch denkend deel keerde later terug naar Engeland, waar de vervolgingen doorgingen. Door de verdrukkingen heen groeide de baptistische beweging verder. Vanaf 1651 wordt ook de doop door onderdompeling op schrift door de baptisten beleden. Een bekende baptist, die ten onrechte werd gevangen gezet, is John Bunyan, bekend door zijn boek "Christenreis naar de eeuwigheid". Baptisten hebben toen ook openlijk beleden dat alle
mensen vrij moeten zijn om te geloven wat ze willen, zonder dat zij onder druk gezet dienen te worden door de overheid. Enkele bekende baptisten uit de 18e en 19e eeuw zijn William Carey (zendeling) en Charles Haddon Spurgeon. Het was in het Engeland van de 19e eeuw dat Oncken invloed onderging van het Engelse baptisme. Dit geloof bracht hij mee naar het continent, waar het via Feisser in Nederland terechtkwam.
3. Wat zijn nu belangrijke geloofspunten van het baptisme?
Baptisten onderstrepen de noodzaak van een persoonlijke bekering en keuze voor Jezus Christus als Heiland.
Baptisten belijden de doop door onderdompeling voor allen die bewust tot geloof gekomen zijn, Christus van harte liefhebben en Hem praktisch willen navolgen.
Baptisten belijden de noodzaak van een plaatselijke gemeente, die zelfstandig is en bestaat uit bekeerde gelovigen.
Baptisten staan voor vrijheid van godsdienst, zonder inmenging van Staat en overheden.
Baptisten benadrukken de praktische navolging van Jezus Christus in het dagelijkse leven.
Baptisten willen zich in geloof, leer en leven richten naar de Bijbel.
4. Een kort overzicht van de ontwikkeling van het Baptisme in Nederland
In 1881 werd de "Unie van Baptistengemeenten" opgericht, met een eigen opleiding aan De Vinkenhof te Bosch en Duin. Nu zijn er ongeveer 85 plaatselijke gemeenten bij de Unie aangesloten. In 1948 sloot de Unie zich aan bij de wereldraad van Kerken, maar daar trad ze in 1963 weer uit, vanwege de aanwezigheid van vrijzinnige kerken. Vanaf de oprichting van de Unie waren er ook baptistengemeenten, die zich niet bij haar aansloten, de zogenaamde vrije of onafhankelijke Baptistengemeenten. In 1982 richtten 22 vrije Baptistengemeenten de "Broederschap van Baptisten Gemeenten" op; nu zijn daar zo'n 30 gemeenten bij aangesloten. nu opgegaan in de ABC gemeenten (Aliantie van de Broederschap en Cama gemeenten) Daarnaast zijn er in Nederland nog een twintigtal Baptistengemeenten, die noch bij de Unie, noch bij de Broederschap (ABC gemeenten) zijn aangesloten. In totaal hebben alle Baptistengemeenten in Nederland samen zo'n 17000 volwassen leden.
5. Wat zijn Baptisten?
Baptisten zijn christenen, leden van een christelijke kerk in de protestantse traditie. De gemeente van Jezus Christus bestaat uit vele kerken. Baptisten zien zich niet als de enige ware kerk.
Baptisten putten samen met anderen hun geloof en levensbeginsel uit de Bijbel. Het woord van God, de Bijbel, is voor baptisten de betrouwbare en gezaghebbende bron van geloof en leven.
We onderscheiden ons dus niet op sektarische wijze van andere christelijke geloofsgemeenschappen, mits men zich houd aan Gods onfeilbaar woord.
6. Wat geloven Baptisten?
De Bijbel bepaalt ons bij God en bij Jezus Christus. Iedereen heeft vergeving en bevrijding van zonden nodig om omgang met God te kunnen hebben. Deze omgang is alleen te vinden in Jezus Christus, die door Zijn dood de zonden wegnam. Op de derde dag na zijn dood heeft God Hem, Jezus, weer opgewekt. De opstanding van Jezus maakt duidelijk dat Hij echt Gods zoon is. God zelf wees Hem aan als zijn representant.
Jezus geeft het eeuwige leven aan allen die in Hem geloven, aannemen, liefhebben en volgen. God heeft Hem opgenomen in de hemel en toch is Hij door zijn Geest bij ons. Op zekere dag zal Christus op aarde terug komen. Zijn koninklijke macht en heerlijkheid zal door iedereen gezien worden. Ja, ook door jou!! Dit geloof wordt met vele kerken samen beleden.
7. Waar leggen Baptisten het accent?
Geloof wordt niet geërfd. Het gaat niet via de natuurlijke weg over van de ouders op hun kinderen. Niemand wordt buiten zijn wil om ingelijfd in de Gemeente van de Heer. De Gemeente van Christus bestaat uit mondige mensen, die er persoonlijk voor hebben gekozen de Heer te willen volgen. Baptisten leggen volop de nadruk op God, die eerst voor mensen gekozen heeft. Bovendien ligt het accent op persoonlijke keuze van de mens die een antwoord is op het genade aanbod van God. God wekt dus in mensen het geloof. En gelovigen zijn mensen die met dankbaarheid antwoord geven aan de Heer.
8. Eerst geloven, dan dopen
De manier waarop een persoonlijke keuze voor God gemaakt wordt, is al oud. We vinden dit antwoord op het aanbod van Gods genade al in de Bijbel. In de Bijbelse taal wordt de persoonlijke keuze voor God ‘tot geloof komen’ genoemd. Wie tot geloof kwam liet zich dopen en dus gaat het ‘geloof’ aan de doop vooraf. Deze persoonlijke beslissing wordt vervolgens openbaar gemaakt door de doop.
9. Inhoud van de doop
Gedoopt worden is ondermeer met Christus begraven worden en met Hem opstaan. Romeinen 6: 1-4 zegt: ‘Wat zullen wij dan zeggen? Mogen wij bij de zonde blijven, opdat de genade toeneemt? Volstrekt niet!! Immers, hoe zullen wij, die der zonde gestorven zijn, daarin nog leven? Of weet gij niet, dat wij allen, die in Christus Jezus gestorven zijn, in Zijn dood gedoopt zijn? Wij zijn dan met Hem begraven door de doop in de dood, opdat, gelijk Christus uit de doden is opgewekt door de majesteit des vaders, zo ook wij in nieuwheid des levens zouden wandelen.’
Doop betekent dus dood en nieuw leven tegelijk. De genadige God wekt tot nieuw leven, Hij vergeeft ons en wast de zonden af. Naar Bijbels model wordt dit uitgebeeld door de onderdompeling; de dopeling gaat onder in het water, wordt erin begraven en staat eruit weer op, als uit het graf. Het Nieuwtestamentische woord ‘dopen’ betekent ‘onderdompelen’, in het Grieks: Baptizein. En daar komt ook het woord ‘Baptist’ vandaan.
10. Doop en Gemeente
Zodra een mens tot geloof komt, maakt hij deel uit van een grote familie. Volgelingen van de Heer hebben altijd broers en zussen, de overige kinderen van God. In gehoorzaamheid dient een kind van God zich te laten dopen en zo getuigenis te geven dat het met Christus gestorven en begraven is en met hem weer opgestaan uit de dood. Op deze voedingsbodem van de eenheid met de Heer groeit de onderlinge saamhorigheid en ook leeft het besef dat gelovigen samen een opdracht, met het oog op de wereld, ontvangen hebben. Door het geloof wordt iemand lid van deze Gemeenschap, de Gemeente van Jezus Christus. Allen zijn verantwoording schuldig aan de hoogste autoriteit: Christus, het hoofd van de gemeente. Ieder gemeentelid draagt dezelfde verantwoordelijkheid voor elkaar, voor de Gemeente en voor de wereld.
11. Gemeenteleven
De gemeente van de Heer is bedoelt als plaats van delen en vieren. Baptisten ervaren de ontmoeting met elkaar in de regel als hartverwarmende ‘gemeenschap van gelovigen’. Je zou het gemeenteleven met het gezinsleven kunnen vergelijken. Soms gaat er wel eens iets mis in het gezin, maar meestal wordt er gevierd en gedeeld. Zo deelt de Gemeente bijvoorbeeld bij de geboorte van een baby in de vreugde met het jonge gezin en wordt er in de zondagse samenkomst een zegen gevraagd voor de nieuw geborene en de ouders. Een andere keer delen we in de vreugde van mensen die elkaar het ja-woord gaan geven en daarover in de Gemeente een zegen vragen. We delen in verdriet, bij pijn, ziekte of overlijden. Ook in het bezoekwerk aan ouderen en zieken en het pastoraat wordt de liefde van en tot God gedeeld.
Het geloofsopbouw krijgt in de Gemeente volop aandacht in de prediking op zondag, in de huiskringen en in de diverse cursussen die in de Gemeente worden gegeven. De leden van de gemeente willen via geloofsopbouw aan de Gemeente bouwen. Gemeentegroei in kwalitatief en kwantitatief opzicht wordt nadrukkelijk als onze opdracht gezien. Daarom wil de Baptisten Gemeente Scheveningen een open en gastvrije Gemeente zijn voor mensen die op zoek zijn naar een gemeenschap waarin de ontmoeting met Christus, als de Heer van de Gemeente, centraal staat en waar buitenstaanders zich thuis kunnen voelen.
12. In Christus verbonden
In een Baptisten Gemeente is veel te beleven. Het gaat ons, Baptisten, niet om de belevenis op zich, het gaat om God en zijn eer!!! We hebben persoonlijk en gezamenlijk een band met God.
En deze verbinding is tot stand gebracht door Christus Jezus, onze Heer.