Een Pittige diagnose
Opwekking
De Kracht van de westerse kerk
De Zwaktes van de westerse kerk
De Kansen voor de westerse kerk
De Bedreigingen voor de westerse kerk


Wat kunnen we leren van de puriteinen voor ons geloof en ons kerk-zijn vandaag? Daarover ging het congres dat we op 23 april hielden met de George Whitefield Stichting. Hoofdsprekers op het congres waren dr. Wim van Vlastuin (hersteld-hervormd) en dr. Henk Bakker (baptist). Immers, zowel evangelikalen als bevindelijk-gereformeerden laten zich inspireren door de puriteinse erfenis..

‘EEN ANALYSE VAN DE KERK AAN DE HAND VAN HET BOEK DYNAMICS OF SPIRITUAL LIFE VAN DE ‘EIGENTIJDSE PURITEIN’ RICHARD LOVELACE’      DOOR JEROEN BOL

‘Het best bewaarde geheim uit de wereld van het evangelicale boek’. Zo omschrijft dr. Wolter Rose - docent Semitische talen aan de Theologische Universiteit van de Gereformeerde Kerken (vrijgemaakt) in Kampen - het boek Dynamics of spiritual life, an evangelical theology of renewal van de hand van Richard E Lovelace (193/). Rose constateert dat dit een van de beste boeken uit de Engelstalige evangelicale hoek is en tegelijk een van de minst bekende. De Amerikaan Lovelace is kerkhistoricus en was jarenlang professor aan Gordon-Conwell Theological Seminary. Hij schreef het boek ruim vijfentwintig jaar geleden. Sindsdien heeft het nauwelijks aan actualiteit ingeboet. Tim Keller predikant van Redeemer Presbyterian Church in New York - verwijst er keer op keer naar. Theo Visser, als gemeentestichter namens de Christelijke Gereformeerde Kerken werkzaam in diverse grote steden, las het boek op aanraden van Keller en was diep onder de indruk. Baptistenpredikant Michael Gorsira uit Delfzijl ging er intussen zesmaal doorheen en blijft zich verbazen over de schat aan inzichten.

Pittige diagnose
Wat maakt dit boek zo bijzonder? Een paar dingen springen eruit. De auteur beoogt niets minder dan de geestelijke vernieuwing van de gehele kerk. Zijn diagnose van de geestelijke gezondheid van de westerse kerk is niet mals. Volgens Lovelace leeft zij grotendeels onder de maat van het Evangelie zoals dat in het Nieuwe Testament tot ons komt. De onpartijdige aanpak is een verademing. In zijn analyses wijst de schrijver zonder aanzien des persoons - lees: kerkgenootschappen en bewegingen - de zwakke plekken aan. Maar ook in het benoemen van positieve zaken is hij opmerkelijk vrij van vooringenomenheid. Bij het stellen van de diagnoses en het aanreiken van remedies gaat Lovelace niet over één nacht ijs. Voor beide put hij veelvuldig uit de Bijbel, de kerkgeschiedenis en de theologie. De mate waarin hij het brede veld van theologie, kerkgeschiedenis en, in iets mindere mate, ook filosofie en psychologie beheerst, is indrukwekkend en wekt vertrouwen. In het maken van zijn analyses weet Lovelace herhaaldelijk op verrassende wijze allerlei zaken met elkaar in verband te brengen. Frappant zijn de pastoraal psychologische observaties, waarbij begrippen als zonde en het vlees heel herkenbaar in beeld worden gebracht, bevrijd van het vaak stoffig, wettisch aandoende, imago. Lovelace verstaat de kunst - net als Tim Keller en James Packer - om klassieke bijbelse begrippen opnieuw eigentijds, scherp en aansprekend te formuleren. Het is theologie die je keer op keer in de spiegel doet kijken. Eerst zie je jezelf, maar als je dan nog eens goed kijkt, zie je Christus. Het is een verademing om de schatten van het Evangelie zo pakkend, overtuigend en bevrijdend geformuleerd te zien.

Opwekking
Lovelace's specialiteit is de geschiedenis van de grote opwekkingsbewegingen en de theologie van het geestelijk leven, ofwel: de theologische doordenking van een christelijke spiritualiteit. Lovelace maakte intensief studie van deze zaken. Wat verstaat hij onder een opwekking? Zijn denken hierover is sterk beïnvloed door Jonathan Edwards. Volgens Edwards is een opwekking geen speciale periode van buitengewone religieuze opwinding. Het is een uitstorting van de Heilige Geest die Gods volk herstelt en terugbrengt tot een normaal niveau van geestelijk leven na een periode van geleidelijk afglijden van dat normale niveau. Een opwekking is volgens Edwards niet in de eerste plaats een emotionele ervaring. Het wezen van een echte opwekking is een door de Geest bewerkt sterk besef van de realiteit van God. Dit Godsbesef, dat gepaard gaat met een grondige overtuiging van zonde, reinigt het hart en leidt tot een zachtmoedige, meegaande gezindheid en een overvloed aan goede werken. Lovelace rekent ook de Reformatie en de puriteinen tot opwekkingsbewegingen. Hij heeft weten vast te stellen welke factoren steevast een sleutelrol vervullen bij het ontstaan en het gezond blijven van een opwekkingsbeweging. Die factoren zijn niet alleen cruciaal voor de vernieuwing van de kerk, maar ook voor een gezond persoonlijk geestelijk leven. Het boek laat zich dus op twee manieren lezen. Als handboek voor een uitgebalanceerd geestelijk leven én als programma voor geestelijke vernieuwing van de kerk. In zijn inventarisatie komt Lovelace tot tien factoren. Verschillende daarvan komen in de loop van dit artikel aan de orde. Cruciaal is dat al die factoren verankerd blijken in de genade. Net als in de brieven van Paulus vormen de woorden 'in Christus' bij Lovelace een sleutelbegrip. Lovelace: ‘Verlossing is gebaseerd op ons deelhebben aan Christus, niet op ons navolgen van Hem. Verlossing is gebaseerd op genade die we ons toe-eigenen door geloof, niet louter op gehoorzaamheid. Geestelijk leven komt voort uit onze eenheid met Christus, niet louter uit het navolgen van Christus. Wanneer de volledige dimensie van Gods genadige voorziening in Christus in de kerk niet helder wordt verwoord, kan het geloof er de hand niet op leggen. Met als gevolg dat de kerk uit balans raakt en verzwakt. De individuele christen en de kerk als totaliteit hebben hun leven in Christus’.
Lovelace's boek laat zich ook goed lezen als een swot-analyse van de westerse kerk. In zo'n analyse probeer je vast te stellen waar de kracht ligt van een beweging en wat de zwaktes zijn. En waar er kansen liggen en uit welke hoek de bedreigingen komen. Lovelace brengt in 450 pagina’s heel wat ter sprake. Wij maken een selectie.

Kracht van de westerse kerk
De ultieme kracht en troefkaart van de kerk is als altijd de radicaal bevrijdende boodschap van het Evangelie. Lovelace voert hier terecht Luther ten tonele. Als geen ander is Luther door God gebruikt om de genade in Christus door het geloof alleen opnieuw in het centrum van de kerk te plaatsen. Sola fide, sola gratia. Dit was en is nog steeds een radicaal bevrijdende boodschap. Volgens Lovelace leven maar heel weinig christenen daadwerkelijk vanuit die vrijheid. Lovelace: ‘Slechts een fractie van de belijdende christenen in onze dagen eigent zich grondig de rechtvaardigmaking in Christus toe. Velen geloven verstandelijk wel in de rechtvaardiging door geloof alleen, maar in feite rekenen ze erop door hun heiliging gerechtvaardigd te worden, dan wel te blijven. De zekerheid van hun geborgenheid in God proberen ze te putten uit hun geloofsernst, hun vroegere bekeringservaring, hun recente geloofsprestaties of het betrekkelijk weinig voorkomen van bewuste ongehoorzaamheid. Slechts weinigen weten genoeg over de rijkdom van de genade in Christus om iedere dag te beginnen met een vastbesloten gaan staan op het platform waarop Luther stond: je bent aanvaard. Wegkijkend van jezelf, en in het geloof je de door God toegerekende gerechtigheid van Christus eigen makend als de enige grond van je volledige aanvaarding door God en de vergeving van al je zonden. Lovelace stelt dat slechts dit louter en alleen -en volledig vertrouwen op onze gerechtigheid in Christus waarbij je niets meer van jezelf verwacht- de voedingsbodem creëert waarop een ontspannen geloofsvertrouwen kan opbloeien. Dan kan, bevrijd van alle krampachtigheid, levensheiliging en een stabiel geloofsleven werkelijk gedijen. Volgens Lovelace moet hele volksstammen in de kerk nog geleerd worden om zo bevrijd, vanuit geloof, te durven leven. Theo Visser wijst in dit verband op de verklaring van Romeinen 6 door Martyn Lloyd-Jones. Die stelt in zijn boek ‘The New Man’ dat veel predikanten de radicaal bevrijdende boodschap van Romeinen 6 niet durven te preken, omdat ze huiverig zijn dat hun toehoorders onverantwoord zullen omgaan met zo veel vrijheid. Maar deze angst is onnodig wanneer met de rechtvaardiging ook de heiliging gepreekt wordt. Lovelace wijst op het onlosmakelijke verband tussen beide zaken. Het is onmogelijk te genieten van de geborgenheid in Christus zonder een bepaalde mate van toewijding aan levensheiliging. Dat laat je geweten domweg niet toe, aldus Lovelace. Geen goedkope genade dus. Tegelijk wijst hij op het feit dat ook de heiliging in de genade in Christus verankerd is. Heiliging is geen ‘doe-het-zelf-project’. In Christus is ook de macht van de zonde gebroken. Heiligmaking mag ontspannen groeien in een diep bewustzijn van Gods aanvaarding en genade in Christus. Volgens Lovelace komen veel problemen rond levensheiliging voort uit het niet diep genoeg verstaan hoe radicaal en volledig de rechtvaardiging door het geloof afrekent met het probleem van zonde en schuld. Keller zegt daarover: ‘Velen gaan ervan uit dat het Evangelie er is voor niet-christenen. Je hebt het nodig om gered te worden. Als je eenmaal christen bent, groei je geestelijk door hard je best te doen en door gehoorzaamheid. Dit is een misvatting. Een  ‘geweldig je best doen’ dat niet verankerd is in het Evangelie leidt niet tot heiliging, integendeel: het wurgt je. Het niet weten toe te passen van het Evangelie op alle facetten van ons leven is ten diepste de oorzaak van al onze problemen. Ons kernprobleem is dat we niet diep genoeg hebben nagedacht over wat het Evangelie in wezen allemaal inhoudt, we hebben het niet weten toe te passen in alle aspecten van ons leven’. Het Evangelie was altijd en is nog steeds de kracht van de kerk. Het heeft er alle schijn van dat het ook vandaag door velen opnieuw ontdekt moet worden. Wie durft? Edwards noemt dat een opwekking. Anderen noemen het reformatie.

Zwaktes van de westerse kerk
Lovelace noemt het gebrekkige besef van de heiligheid van God en van de ernst en de diepte van de zonde een van de grootste zwaktes van de huidige kerk. Hij laat zien hoe sinds begin 1800 in grote delen van de westerse kerk het bijbelse concept van een God die toornt over de zonde geleidelijk aan is ingeruild voor een God die alleen liefde is. Velen zijn een levend besef van de heiligheid van God kwijtgeraakt. Daardoor komt het Evangelie in de lucht te hangen. Want waarvan moet je eigenlijk verlost worden als er geen benul meer is van het enorme contrast tussen een liefdevol en heilig God en de diepte van je eigen zondigheid? Waarom moest Jezus dan eigenlijk sterven aan een kruis? Lovelace stelt in dit verband dat eind negentiende eeuw talloze kerken in de Verenigde Staten hun predikant in feite betaalden om hen te behoeden voor een confrontatie met de levende God...
Een andere zwakte is het gebrek aan historisch besef in grote delen van de evangelische beweging. Wat weet men nog van de grote opwekkingsbewegingen in de achttiende en negentiende eeuw? En wat van de geestelijke rijkdom in deze bewegingen? En van de grote dingen die God toen deed? Kerkgeschiedenis ziet er bij evangelische christenen vaak zo uit: eerst heb je het boek Handelingen, dan komt er heel lang niets en dan begint bij Billy Graham de evangelische beweging. Dit gebrek aan belangstelling voor de eigen historische wortels ontneemt de evangelische beweging het zicht op de grote geestelijke rijkdom in haar eigen traditie. Een van de gevolgen is dat men onvoldoende kritisch kijkt naar de laatste trends die overwaaien uit de VS. Wie de geschiedenis niet kent is immers gedoemd haar fouten te herhalen.'Het werkt, er komen meer mensen in de kerk', lijkt bij velen het einde van alle tegenspraak. De nadruk komt steeds meer op methoden van gemeenteopbouw te liggen, met verwaarlozing van stevige bijbelse prediking en onderricht. Van het reële gevaar dat de evangelische beweging zo ten prooi dreigt te vallen aan een pragmatisch, uitgehold christendom lijken weinigen wakker te liggen. Het is begrijpelijk dat we in de context van almaar doorgaande ontkerkelijking uitkijken naar mogelijkheden om dit tij te keren. En dan lonkt alles wat naar getalsmatige groei zou kunnen leiden. Maar wanneer men het merendeel van zijn kaarten zet op methodes (Willow Creek, Doelgerichte gemeente) met verwaarlozing van inhoud (diepteprediking van het Evangelie in de lijn van mensen als Tim Keller) loopt de evangelische beweging grote risico's.

Kansen voor de westerse kerk
Ik zie grote kansen waar men inzet op de combinatie van de volgende twee zaken. Ten eerste op diepgaande bijbelse prediking, met een laag 'Tale Kanaäns' -gehalte. Eigentijds en puttend uit de beste evangelicaal-gereformeerde tradities. Pastoraal sterke prediking waarin Gods genade schittert. Prediking die God verheerlijkt, in de lijn van mannen als Packer, Piper en Lloyd-Jones. Dit moet de eerste prioriteit hebben: de inhoud. Daarna, ten tweede, aandacht voor gemeenteopbouw waarbij het Evangelie zelf leidmotief blijft. Ik verwacht voor de langere termijn veel meer van de aanpak van bijvoorbeeld de gereformeerde evangelicaal Tim Keller, dan van de sterk op management en marketing geënte aanpak van Rick Warren en Willow Creek. Voor wie zoekt naar een inbedding van het gedachtegoed van Keller in de Nederlandse context zal veel bruikbaars vinden in het voortreffelijke boek ‘De werkers van het laatste uur’ van Stefan Paas. Hoopgevend zijn ook nieuwe missionaire samenwerkingsverbanden tussen diverse kerkgenootschappen in enkele grote steden. Nederland is zendingsland geworden. Dat verschillende kerkgenootschappen nu de handen ineenslaan om nieuwe gemeentes te vestigen in steden als Amsterdam is goed nieuws. Dat men hierbij coaching ontvangt van Redeemer is een veelbelovende ontwikkeling. Theo Visser, zelf gemeentestichter, constateert bij Keller en Lovelace een gezonde balans tussen beide: gedegen bijbelse prediking en missionaire gemeenteopbouw.

Bedreigingen voor de westerse kerk
Lovelace noemt 'disenculturatie' als een van de tien kernelementen voor een gezond geestelijk leven. Het is een wat onbekend begrip, maar het wil zeggen dat men in staat is de eigen identiteit te handhaven zonder ingepakt en overvleugeld te worden door de omringende cultuur. Ofwel: datje als christen in Nederland in staat bent ondanks de constante druk van de geseculariseerde humanistische cultuur bijbels te blijven denken en leven. Dat valt niet mee. We worden dan nog wel niet vervolgd, maar de druk om in alles de 'autonome mondige' mens en zijn behoeften, rechten et cetera op de eerste plaats te zetten is enorm. Het gevaar dat dit denken, in een christelijk jasje, ook in de kerk een steeds grotere plaats zal proberen op te eisen, is levensgroot. Het zal steeds meer gaan botsen tussen deze twee: principieel God de eer geven door Hem en zijn geboden boven alles te stellen of bezwijken voor de mensgerichtheid van deze tijd en steeds meer water bij de wijn doen. De huidige invulling van veel laagdrempelige diensten is dan ook bepaald niet zonder risico. Voeg bij dit alles de gejaagdheid, de overvloed aan prikkels vanuit tal van media en de resulterende oppervlakkigheid, en het is duidelijk dat een dagelijkse omgang met God en een diep doordenken van de Schrift ons niet komen aanwaaien. We zullen als christenen alles wat God ons aanreikt uit de kast moeten trekken om in dit spanningsveld in het geloof overeind te blijven. Dat is eerder gelukt. Zie Hebreeën 11.

J.J.M. Bol is voorzitter van de George Whitefield Stichting en lid van een baptistengemeente.

Uit CV Koers van mei 2003